orgel.edskes.net

Sitemap

Groningen
St. Jozefkathedraal



Zestiende Beiaard Wereld Federatie Congres

Dinsdag 15 juli 2008, 20.00 uur

Orgelconcert Bernard Bartelink


Programma

CompositieComponist (geboren-overleden)
Carillon (Les Carillons de Paris)Louis Couperin (1626-1661)

Rondo alla CampanellaSiegfried Karg-Elert (1877-1933)

Uit 8 Chants de Bretagne
Angelus
Jean Langlais (1907-1991)


Carillon OrléanaisHenri Nibelle (1883-1966)

“In Dir ist Freude”, BWV 615Johann Sebastian Bach (1685-1750)

Uit Esquisses Byzantines
Campanile
Henri Mulet (1878-1967)


Uit 3 Characteristic Pieces
Bells
Jean Langlais


Uit Triptyque (opus 58)
Matines
Louis Vièrne (1870-1937)


Uit l’Orgue Mystique (opus 57, nr. 35)
Paraphrase-Carillon
Charles Tournemire (1870-1939)


Nidarosdomens klokker (opus 37b)Ludvig Nielsen (1906-2001)

Uit 12 pièces
Campanile
Edouard Commette (1883-1967)


Uit 24 Pièces de Fantaisie
Carillon de Westminster
Louis Vièrne



Orgels en Klokken
Ze staan dicht bij elkaar, vaak zelfs letterlijk, want in dezelfde kerktoren. Afgezien daarvan hebben ze ook meerdere zaken gemeenschappelijk. Allereerst de religieuze functie: de luidklokken roepen op tot de eredienst, het orgel heeft een actief aandeel in die dienst. De sociale functie: klokken luiden bij feestelijke en droevige gebeurtenissen, terwijl beiaarden en orgels een specifiek aandeel hebben in het muziekleven, en daardoor in de cultuur in het algemeen.
De functies van stadsorganist en stadsbeiaardier zijn een tijdlang op veel plaatsen gecombineerd geweest, met name in Nederland rond 1700 en later. Hiervan getuigen de betreffende instructies van de stadsbesturen. Tegenwoordig hebben veel gemeenten een stadsbeiaardier, terwijl daarentegen de functie van stadsorganist minder vaak voorkomt.
Wel is de band tussen organist en beiaardier nog steeds hecht, want veel organisten zijn tevens bespeler van één of meer beiaarden.

Het programma
In de orgelliteratuur zijn veel werken te vinden die rechtstreeks geïnspireerd zijn op de klank van luidklokken en carillons. Binnen dit gegeven werd bij de programmakeuze gestreefd naar verscheidenheid van stijlen en vormen, al leverden de laatromantische en vroegmoderne perioden de belangrijkste bijdragen.
Het enige werk dat slechts indirect verband houdt met het thema “carillon” is Bach’s koraalbewerking: “In Dir ist Freude”. Het ostinate pedaalmotief zou kunnen wijzen op het mogelijk gebruik van het register: Glockenspiel, aanwezig op Bach’s orgel in Weimar en op zijn voorstel daar in 1715 toegevoegd.
In het programma zijn werken uit meerdere landen opgenomen, al is Frankrijk het meest vertegenwoordigd.
Pogingen om ook composities uit andere continenten dan Europa op te nemen bleven zonder succes, o.a. door talloze praktische problemen.
De meeste werken van het programma zijn door de componisten in de eerste plaats bedoeld als concertstukken, sommige ervan kunnen ook in de eredienst gebruikt worden. Een uitzondering vormt de Parapharase-carillon van Tournemire. Dit is de sortie voor de feestdag van 15 augustus (Onze Lieve Vrouw ten hemelopneming), deel 35 uit zijn magnum opus L’Orgue Mystique. Dit werk werd uitdrukkelijk geschreven voor liturgisch gebruik, en is gebaseerd op Gregoriaanse melodieën, o.a. het Ave maris stella (Gegroet o sterre der zee) en Salve Regina.
De motieven zijn zeer fantasierijk verwerkt, en het werk is belangrijk genoeg om een ereplaats in onze concerten in te nemen.

Bernard Bartelink