Orgels en KlokkenZe staan dicht bij elkaar, vaak zelfs letterlijk, want in dezelfde kerktoren. Afgezien daarvan hebben ze ook meerdere zaken gemeenschappelijk. Allereerst de religieuze functie: de luidklokken roepen op tot de eredienst, het orgel heeft een actief aandeel in die dienst. De sociale functie: klokken luiden bij feestelijke en droevige gebeurtenissen, terwijl beiaarden en orgels een specifiek aandeel hebben in het muziekleven, en daardoor in de cultuur in het algemeen.
De functies van stadsorganist en stadsbeiaardier zijn een tijdlang op veel plaatsen gecombineerd geweest, met name in Nederland rond 1700 en later. Hiervan getuigen de betreffende instructies van de stadsbesturen. Tegenwoordig hebben veel gemeenten een stadsbeiaardier, terwijl daarentegen de functie van stadsorganist minder vaak voorkomt.
Wel is de band tussen organist en beiaardier nog steeds hecht, want veel organisten zijn tevens bespeler van één of meer beiaarden.
Het programmaIn de orgelliteratuur zijn veel werken te vinden die rechtstreeks geïnspireerd zijn op de klank van luidklokken en carillons. Binnen dit gegeven werd bij de programmakeuze gestreefd naar verscheidenheid van stijlen en vormen, al leverden de laatromantische en vroegmoderne perioden de belangrijkste bijdragen.
Het enige werk dat slechts indirect verband houdt met het thema “carillon” is Bach’s koraalbewerking: “In Dir ist Freude”. Het ostinate pedaalmotief zou kunnen wijzen op het mogelijk gebruik van het register: Glockenspiel, aanwezig op Bach’s orgel in Weimar en op zijn voorstel daar in 1715 toegevoegd.
In het programma zijn werken uit meerdere landen opgenomen, al is Frankrijk het meest vertegenwoordigd.
Pogingen om ook composities uit andere continenten dan Europa op te nemen bleven zonder succes, o.a. door talloze praktische problemen.
De meeste werken van het programma zijn door de componisten in de eerste plaats bedoeld als concertstukken, sommige ervan kunnen ook in de eredienst gebruikt worden. Een uitzondering vormt de Parapharase-carillon van Tournemire. Dit is de sortie voor de feestdag van 15 augustus (Onze Lieve Vrouw ten hemelopneming), deel 35 uit zijn magnum opus L’Orgue Mystique. Dit werk werd uitdrukkelijk geschreven voor liturgisch gebruik, en is gebaseerd op Gregoriaanse melodieën, o.a. het Ave maris stella (Gegroet o sterre der zee) en Salve Regina.
De motieven zijn zeer fantasierijk verwerkt, en het werk is belangrijk genoeg om een ereplaats in onze concerten in te nemen.
Bernard Bartelink